Zonder kunst kweken we kinderen die het wel weten, maar niets meer durven doen
– Over het belang van verbeelding in het onderwijs en de rol van de Methode DOELWIJT –
Afgelopen week was ik op een basisschool waar kinderen een verhaal moesten uitbeelden — zonder woorden.
Een simpele dramaworkshop, zou je denken. Ze kenden het verhaal, begrepen het goed, konden het navertellen. Maar toen ik vroeg of ze het konden laten zien, zonder praten, vielen ze stil. Lichamen verstijfden. Blikken dwaalden af. Alsof ik een onmogelijke opdracht had gegeven.
Want dát vermogen — om iets te verbeelden zonder dat het al ‘af’ of ‘juist’ is — hebben ze niet meer geleerd.
Wat me raakte, was dat deze kinderen niet dom waren. Integendeel. Ze kenden het theoretische antwoord, maar konden het niet vertalen naar expressie. Niet naar spel, gevoel, beweging. En dat is geen toeval.
Dat is het gevolg van een onderwijssysteem waarin creativiteit systematisch wordt weggefilterd.
De bijl aan de wortels van de verbeelding
Jarenlang hebben we kunstvakken, dramalessen, beweging en muzische vorming naar de rand van het curriculum gedrukt. Wat geen toetsbare opbrengst heeft, sneuvelt.
Maar laten we eerlijk zijn: kinderen leren niet in hokjes.
Verbeelding is geen luxe. Het is noodzaak. Het is de voorwaarde om iets nieuws te zien voor je het kunt doen.
En het gebrek eraan wordt steeds zichtbaarder. We kweken een generatie die wel weet wat de bedoeling is, maar niet meer weet hoe zich ertoe te verhouden. Kinderen die bang zijn om iets fout te doen, omdat ze niet meer hebben geleerd dat spel juist begint bij het niet-weten. Bij het onderzoeken. Bij het proberen.
Wat is een verhaal waard als je het niet kunt verbeelden?
De kloof tussen hoofd en lijf groeit. Tussen theorie en praktijk. Tussen weten en ervaren.
En dat is desastreus — niet alleen voor de kunsten, maar voor de samenleving. Want het zijn juist verbeelding, creatief denken en het vermogen om verschillende perspectieven aan te nemen, die je tot een oplossingsgerichte, empathische volwassene maken.
En hier komt DOELWIJT om de hoek
De Methode DOELWIJT biedt een krachtig antwoord op dit gemis.
DOELWIJT (Doen, Ontdekken, Ervaren, Leren, Weten, Inzicht, Toepassen) is een didactische benadering die kinderen vanaf het begin actief betrekt bij hun leerproces. In plaats van leren uit het hoofd, wordt kennis in DOELWIJT via ervaringsgericht onderwijs opgebouwd.
Een les begint niet met uitleg, maar met doen. Met proberen. Met je lichaam en verbeelding inzetten om iets te onderzoeken. Pas daarna volgen reflectie, inzicht en uiteindelijk: theoretische verdieping.
Waar traditionele leerlijnen het creatieve vermogen uitstellen tot ‘als er tijd over is’, zet DOELWIJT het juist aan het begin. Omdat leren pas beklijft als het doorleefd wordt.
DOELWIJT herstelt de natuurlijke leercyclus die elk kind van nature in zich heeft, maar die het onderwijs vaak afleert.
Wat willen we: volgzame leerlingen of denkende mensen?
Als we kinderen leren dat er maar één goed antwoord is — het antwoord in het hoofd van de leraar — dan kweken we volgzaamheid, geen verantwoordelijkheid.
Maar als we kinderen leren dat hun eigen blik, hun lichaam, hun spel, hun stem ertoe doet — dan krijgen we mensen die iets durven proberen. Mensen die kunnen verbeelden hoe het óók kan.
En dat begint bij kunst. Bij drama. Bij muziek. Bij verhalen die verteld, gezongen en gespeeld mogen worden.
Dus laten we daar beginnen. Niet op het einde van de schooldag, als ‘we klaar zijn’. Maar aan het begin.
Met DOELWIJT. Met lef. Met verbeelding.
Reactie plaatsen
Reacties